Zo, dat was Queenstown
Laat ik beginnen met lang zal ik leven, want ik ben vandaag in Nieuw Zeeland al jarig (lekker 12 uur eerder dan thuis), en ben vanacht dus ook door wat vrienden die wat moeite met het tijdsverschil hebben wakker gebeld en gesmst. Maar dat maakt niet uit, allemaal bedankt, was leuk.
Ik ben nu in Lake Tekapo, zit in een prachtig hutje aan een meer,veranda er bij, koelkastje met bier, prachtig uitzicht, kortom, geweldig hier. Een betere plek in Nieuw Zeeland om je verjaardag te vierenis er bijna niet. Om een indruk te geven, dit is de plek en de hutjes waar ik nu verblijf:
http://www.laketekapo-accommodation.co.nz/lake-tekapo-cabins/
Niet slecht he? En dat voor 50 euro per nacht!
Maar voor ik arriveerde in Lake Tekapo, eerst 3 dagen Queenstown en 1 dag Dunedin gedaan. Queenstown is het toeristen middelpunt van Nieuw Zeeland. De omgeving is schitterend, en je kan allerlei ektiveties doen. En dan bedoel ik ook allerlei. Ik ga ze niet allemaal opnoemen, maar het merendeel van de ektiveties bestaat je ergens van grote hoogte af of uit laten gooien met een apparaat om je lichaam dat er voor moet zorgen dat vlak voordat je te pletter slaat, je vrije val afremt. Ik zal niet uitputend zijn, maar een paar opnoemen:
Bungyjumpen, wie kent het niet, Je wordt met een elastiekje om je benen van een brug afgegooid en je hoopt dat de man die bepaalde hoe lang dat elastiekje moet zijn, de juiste getallen qua gewicht en lengte heeft ingevoerd, andershang je met je tanden in de weg. Het bungyjumpen schijnt hier uitgevonden te zijn (wie vindt nou zoiets uit) en de meest uitdagende is 134 meter naar beneden.
Dan is er Skydiven. Je laat je van 4 of 5 km hoogte (je hebt nog keus) uit een vliegtuig duwen, vastgeklonken aan een mannetje of vrouwtje die weet hoe de parachute open gaat. Om je gerust te stellen zegt hij of zij dat het met hem nog nooit fout is gegaan. Nou dat is een onzin, want wie vertelt het nou na als het wel fout is gegaan. Bovendien moet je maar hopen dat hij de avond ervoor er niet achter kwam dat zijn vriendin met zijn beste vriend vreemd was gegaan, want dan kon je onderweg naar aarde wel eens een probeem hebben
Parapanten, samen met een instructeur heel hard van een berg afrennen en dan ineens is de berg weg en hoop je dat de instructeur zijn matrasje waar hij die nacht nog op geslapen heeft bij zich heeft, anders ga je met duizelingwekkende snelheid het ravijn in.
En dan canyonswinging, helelmaal waanzin. Je zit aan 1 kant van de canyon, onder je stroomt de rivier, je zit vast aan een touw, op een stoel en iemand duwt de stoel van de rand en daar ga je, als een soort Indiana Jones richting de overkant. Oh ja, je kan het ook nog op een 2 persoonsbank doen.
De laatste die ik wil noemen heeft niets met te pletter vallen te maken, maar je te pletter laten slaan op een rots in de rivier. Het heet Mad Dog Riverboarding, je ligt op een strijkplank in de rivier, helmpje op, en je gaat met de stroom mee de rivier af. Wat ze je niet vertellen is dat die rivier ook voor raften wordt gebruikt, dus kenners weten wat dat betekent.
Dat er met dat gedoe geen doden of gewonden vallen, is me een raadsel. Nou, ik heb me aan deze waanzige ectiveties dus niet gewaagd, maar toch ook wel gekke dingen eigenlijk gedaan. De eerste dag eerst de omgevng verkent, en stuk gewandeld.Ook hele mooie route door het bos gevolgd, die me langs een oude rioolpijp voerde. Na een kilometer was ik die pijp wel zat, dus omgekeerd. Op de weg terug kwam ik een Amerikaans echtpaar tegen, de familie Mazelli. De Don en zijn vrouwwonen in Ventura, Californie, en toen ik vertelde dat mijn reis daar langsvoerde, kreeg ik adres, telefoonnummer en de uitnodiging zeker langs te komen (hoe snel maak je vrienden).
De tweede dag stonden de echte ektiveties op het programma. Om lekker wakker te worden deed ik om 8 uur eerst de zogemaamde Shotoverjet. Dit is een Ferrari rode speedboat, die met 80 km per uur door de canyon over de Shotover rivier raast. Hier is een tweetal filmpjes er van:
http://www.youtube.com/watch?v=9J2fIRRTiXg
Je haar zit door de war en je bent gelijk wakker. Na deze race over de rivier was het gelijk tijd voor raften over de Shotover River. Om een indruk te geven hoe deze rivier is, weer een filmpje
http://www.youtube.com/watch?v=wo_iI8EIgnU
Daar word je niet vrolijk van he, als je dat zo ziet. Gelukkig was 1997, het jaar waar dit filmpje was opgenomen, een heftig jaar, en dit jaar was het een stuk rustiger. Het volgend filmpje laat zien hoe het raften ging, inclusief de tunnel van 170 meter, maar zo rustig alsdaar wordt getoond was het ook weerniet. Laat ik zeggen dat het tussen filmpje 1 en 2 was.
http://www.youtube.com/watch?v=aiOG5F9M8Hk
Vooral de rapid na de tunnel was wel heffie, gelijk na de tunnel dook je een rapid in. We konden maar net in de boot blijven.
Maar voor je de boot in mag, word je eerst goed aangekleed. Ik heb 2 keer geraft in mijn leven, de eerste keer in Equador op deRio Negro(de wasbeer heeftdeze rivier op de kaart gezet en zijn wetenschappeijke naam bevestigd) en deZambezi in Zambia.Van deze laatste heb ik slechts 1 rapid gedaan, want het bootje sloeg gelijk om, bijna verdronken dus was er gelijk klaar mee.Ik was gewend dat je een zwemvest krijgt en een helmpje, en dan gaan met die banaan. Nee, niet in Nieuw Zeeland. Eerst krijg je een wetsuit, daarna bijpassende laarsjes (leuk voor de dames), dan een regenjack(?), een zwemvest en een hempje. Daarna gingen we met een bus over een vreselijks smal weggetje door de bergen naar de startplaats. Daar werden de boten ingedeeld, en gelukkig zat ik in een boot met stoere mannen, en niet, zoals sommige boten, met 4 japanse lichtgewichten, die al gillen als ze onder de douche nat worden. Het raften was werkelijk top, het ging prima na 2 uur waren we klaar.
Na dit geraceen geklots was het de volgende dag tijd voor iets rustigers, funyakken. Dit is raften voor bejaarden zeg maar. Jekrijgt een opblaaskano en gezapig peddelend ga je de rivier af.Mooie ectivetie als afsluiting van Queenstown dacht ik.Maar helaas, het was zo slecht weer, dat dit werd afgeblazen (de kanoos werden niet opgeblazen), dus maar niets gedaan die dag.
De volgende dag op weg naar Dunedin, met mijn bekpekkertjs weer. Wat had ik ze gemist. Daar kwamen ze weer in hun pyama, boodscchappentassen en zo.Ik heb eens stiekum gekeken wat daar nou in zat: een heel keukenkastje. Van mayo tot peper, van boter tot kaas tot pindakaas.
In Dunedin was weinig te doen, gewooneen stad met niets bijzonders. De ectiveties die de sjoof ons voorschoteldewas een bezoek aan een choclade fabriek, inclusief een choclade waterval(tja, wat moet ik daar nou weer). 23 bekpekkertjes besloten naar de chocoladefabriek te gaan, ik vraag je.En natuurlijkweer eens pinquins en zeehonden kijken. Dit keer hadden de pinquins gele ogen, en de zeehonden konijnenbont om hun lichaam. Het zal wel, ik heb die beesten genoeg gezien, daar deed ik niet meer aan mee. Dus maar een lokaal museum bezocht, best leuk, maar ook daar hadden ze pinquins en zeehonden, alleen opgezet. Je ontkomt niet aan die beesten blijkbaar.
Daarna dus op weg naar Lake Tekapo, ook weer met mijn bekpekkrtjes. Vlak voor we Dunedin verlieten stopten bij de steilste straat ter wereld (werd ons weer wijsgemaakt) en die moest natuurlijk beklommen worden. Pff wat en tocht, ik hadmaar 1kop koffie achter mijn kiezen, dat is afzien. Maar goed, daarna dus op weg naar Lake Tekapo, waar ik nu ben.
Hier kun je prachtig wandelen, dat ga is dadelijk dan ook doen. Ja kan een kerkje bekijken aan de oever van het meer (lekker bijzonder) en een standbeeld van een hond. Opwindend allemaal. Maar ik ga Mount John beklimmen (is slechts 300 meter hoger). Het bijzondere van deze berg is dat er een sterrenwacht bovenop staat, vanwege de zuivere lucht en de heldere hemel die hier bijna altijd is. Nou goede keus, gisteravond was het bewolkt en nu staat de berg in de mist. Zie je lekker veel dus door die kijker.
Morgen ga ik naar Christchurch, en neem met pijn in mijn hart afscheid van mijn bekpekkertjes. Hoewel ik nog een Magic buspas heb, ga ikalleen verder.Dat gaat sneller ennaar plekken op het noord eiland, die ik wil zien, en de Magicbus niet aandoet
Ok, dat was het weer, ik ga wandenelen. Bovendien ben ik het internetcafe zat, want er zit een Nederlands stel nu al een uur te brallen (he lekker ding, alles kits achter de rits?) via internet met het thuisfront, het is blaartrekkend, want ik versta alles, en zij maar denken dat er geen Nederlanders in het cafeetje hier zitten..... (hoe is het met Fransen zijn lange lans?)
Wir ham Franz Josef uberlebt
De titel van dit verhaaltje refereert aan mijn Oostenrijkse idool, Dj Otzi. Hij heeft ooit het het onsterfelijke nummer ' Wir haben Sankt Anton uberlebt' gemaakt, ik heb Franz Josef uberlebt.
Hier een een filmpje van dit nummer
http://www.youtube.com/watch?v=-NubQE9FPug
Ik ben 3 dagen in Franz Josef geweest, en die waren heerlijk. Lekker in de zon, met bergen op de achtergrond, wat wil je nog meer. En de goeie keus gemaakt, want de bekpekkertjes moesten van de sjoof al weer naar 2 dagen weg, dus die hebben de 3e dag strak blauwe lucht gemist. De eerste middag Franz Josef verkent, het heeft 1 hoofdstraat, de snelweg A6 (niet te vergelijken qua omvang en drukte met onze A6) en 2 zijstraten, en dat is het dan. Verder bestaat Franz Josef uit wat restaurants, een bar, een VVV, een boekenwinkel en een geldautomaat. Maar de volgende dag was het dan ook tijd om het hoogtepunt (zowel letterlijk als figuurlijk) te gaan bekijken, de gletsjer. Volgens de Klavannen in deze wereld zijn er naar 3 gletjsers die je van zeenivo kan beklimmen, en daar is Franz Josef er 1 van.
De dag ervoor werd een ieder verteld goed aangekleed op het ochtendappel te verschijnen, immers we gingen een ijsklomp beklimmen, en dat was dus minimaal 0 graden. Daar stonden we dan die morgen, tientallen michelinmannetjes. De een had nog meer aan dan de ander, maar er zat natuurlijk ookweer een dwarrel bij die alleen een tshirt en sportbroek aanhad. Ik had een tshirt aan, een overhemd en een skijack. In mijn rugzak nog een trui en extra tshirt. Wat kon me gebeuren. Veel te veel natuurlijk, het was gewoon heet en toen ik de gids in zijn tshirt voor ons zag staan, was ik er snel uit. Weg met die trui en tshirt, overhemd in de rugzak. Nadat we allemaal aangekleed waren, (je krijgt van alles mee, een regenbroek, een regenjas, een muts, handschoenen, laarzen en zogenaamde crampons, een spijkerzool die je onder je laarzen vastmaakt), in de bus op weg naarde gletsjer. Vanaf de parkeerplaats was het nog een uur lopen, maar daar was ie dan, de Franz Josef gletsjer. Onwaarschijnlijk mooi. Maar om dat te bewonderen had ik maar 5 minuten, want de spijkerzolen moesten aan en we moesten omhoog. Die spijkers zijn gemaakt om op ijs te lopen, echter het eerste uur moesten we een zeer steile heuvel op, met gruis en stenen. Om nog in de sfeer van de Sint te blijven, daar wordt Sinterklaas niet vrolijk van. Wat een geploeter en gestuntel. En dan te bedenken dat we dezelfde weg terug moesten straks, wat een vooruitzicht. Na de heuvel kwamen we dan eindelijk op het ijs, en daar liepen die spijkerdingen prima. Je kon omhoog en omlaag lopen hoe je wilde, je stond gewoon vast. Maar, de gids had een bijl bij zich om in het ijs traptreden voor ons uit te hakken, dus dat deed hij ook braaf. Alsof de man bij een bouwbedrijf werkte, wat ging hij te keer. Het leek wat het hakkertje uit de videogame lemmings. Hetleek wel alsof hij dacht dat er rolstoelers mee waren, wat een gehak en het was nergens voor nodig.
In mijn groep zaten ook nog 1 man en 3 dames uit Singapore. 1 van de dames was als fotograaf gebombardeerd en deed ze met verve. Je werd gek van dat geknip. Dan weer 1 op de fote, 2, niemand, 3, op het ijs, in een grot met de gids, zonder de gids. Ik denk dat als je alle fotoos combineert, de hele gletsjer er op staat. Aan het eind van de dag gingen we omlaag, weer de gruishelling af, weer een uur lopen naar de bus. Ik was aardig afgestoffeerd na die dag.
Maar de volgende dag weer natuurlijk, je bent er maar 1 keer. Dit keer per helikopter op het ijs afgezet. Prachtig vluchtje (duurt maar 10 minuten) en weer 2 uur op het ijs rondgedarteld. Heel mooi, zelfs een rondje in een ijsgrot kunnen lopen. Ik heb een filmpje op youtube gevonden, een beetje wat ik dus gedaan heb.
http://www.youtube.com/watch?v=AD3R1897wkA
Om 1 uur was ik terug in Franz (dat mag je zo zeggen als je daar logeert) want om 1/2 6 stond kayakken op het programma. Ja, bezig bijtje, ik weet het, maar kayakken op een meer bij zonsondergang, dat leek me geweldig. De baas was Wayne, zijn maatje heette Basil, vernoemt naar de rat van Manuel uit Fawlty Towers (ja, Wiel, zoals de dolfijn naar Hector is vernoemd, Nelson naar Willy, en Wylches naar Pablo). Wayne legde uit hoe de kayak werkte, en wat bleek je stuurt niet met je peddel maar met je tenen. Er zit gewoon een stuurmechanisme voor in die kayak, en die bedien je met je tenen. De tocht was werkelijk geweldig, de rust, de natuur, en echt de zon onder zien gaan. Maar 4 uurzitten in een kayak, voor iemand die zo lenig is als een strijkplank, dat is geen lolletje. Toen we na 4 uur eindelijk uit die kayak mochten, heb ik nog een kwartier in die zithouding gezeten, voor dat ik staat was mefatsoenlijk uit tekreuken.
De volgende dag weer op weg metdeMagic Bus met mijn bekpekkertjes naar Queenstown. Nou, de bus stopte voor de stapelbedverhuurhostels en daar kwamen ze weer, uit alle hoeken en gaten.Sommigen gingen al slapen in de bus voor de sjoof vertrok, en 1 vrouwelijk bekpekkertje kwam ineens tevoorschijn toen de bus wilde vertrekken. Ze had zich verslapen, te zien aan haar voorkomen weer eens onder haar matras geslapen, en te oordelen naar wat ze aanhad gewoon in haarpyama zo de bus in. Al slapend ging de bus op weg, en natuurlijk waren er weer de verplichte stops.Ik zal er 2 noemen. We gingen weer eens naar deHector Dolfijntjes in de branding kijken, Ik begreep dat niet, in Akaroa, waar ik 2 weken eerder was werd me verteld dat die beestjes zeldzaam waren en alleen daar voor kwamen. En nu zag ik aan de andere kant van het eiland ineens weer een paar van die beesten. Ik geef het op. En dan was er dit keer de stop bij de plaatselijke fruitboer. De sjoof vertelde dat ze daar fruit verkochten en ook ijs met fruit. En wat gebeurt er, al die bekpekkertjes gingen zakkies vol met fruit kopen. Waarom, omdat de sjoof dat zei? ik weet het niet. Eindelijk ging de sjoof verder en waren om 5 uur in Queenstown. Bij de eerste stop wilde ik er direct uit, maar nee, eerst kwam een man van een reisburo nog even zeggen dat we toch snel onze ektifeties (activities in het engels, ik kan dat woord niet meer horen) zo snel mogelijk moesten boeken, en voor 1/2 8 alles in zijn kantoortje moesten betalen. Ik dacht dat dus niet, ik boek mijn eigen ektifeties. Ook deelde hij nog een pakje met goodies uit, waar ook een armbandje in zat. Als je dat om had, kreeg je in een bar 10% korting op je bier. Nou, ik zit niet in Club Med, en dus geen armband om.Mijn bekpekkertjes wel natuurlijk, want dan spaar je weer 50 cent per biertjes uit en als je dan 5000 biertjes heb gedronken, dan heb je genoeg bespaard omhierje hier in 1 keer voor 250 dollar in 10 secondern van een brug af te laten gooien.Is ff doordrinken, maar dan heb je ook iets.
Nu dus in Queenstown, vandaag gewoon beetje kijken.Morgen staatmijn ektifetieop het programma, maar daar schrijf ik wel overals ik die gedaan heb.
Ik hoop dat jullie allemaal braaf geweest zijn het afgelopen jaar, en dat de Sint dit heeft beloond metkadootjes in jullie schoen Ik heb alleen water en een oud OFS-dossier in mijn schoen gehad.Het gaat jullie goed.
Oh ja, ik heb nog een vraag voor onze bijdehande nepspanjool, waar is de Franz Josef gletsjer naar vernoemd?
Ik weet waarom Nieuw Zeeland zo groen is
Dat komt door de regen. Want het regent al dagen hier, en vanmiddag is het eindelijk droog geworden. Echt waar, het is vreselijk mooi hier, maar ook vreselijk nat, wat een weer soms.
In de loop van deze middag ben ik aangekomen in Franz Josef, aan de westkust van het zuid eiland, zeg maar halverwege. Heb inmiddels Kaikoura, Nelson en Greymouth achter me gelaten. Zoals ik al eerder vertelde, in Kaikoura gebeurt weinig, en dan bedoel ik ook niks. Ik heb overnacht in het plaatselijke Fawlty Towers. Ik vraag me werkelijk af hoe ik daar nou weer terecht ben gekomen. Inchecken deed je aan de bar, ze waren al verbaasd dat er iemand een kamer had. Maar het hoogtepunt was 'sochtends toen ik wilde uitchecken. Aangezien er een gemeenschappelijke douche was, besloot ik vroeg op te staan, voor het geval er 10 personen stonden te wachten op een warme douche. Goed nagedacht, want ik was de eerste, en wat achteraf bleek, de enige. Er was dus helemaal niemand in het hotel, ook geen eigenaar of zo en alle deuren waren op slot. Als er brand was uitgebroken, had ik niet eens pagina 101 van teletekst gehaald, want niemand wist dat ik daar was. Na veel gerammel en gemorrel kreeg ik de buitendeur open. Aangezien ik nog moest betalen, ging ik op zoek naar iemand die mijn geld wilde hebben. Na 20 minuten kwamer een kerel te voorschijn, die me verbaasd aankeek, was gisteren net terug uit Angola, en vroeg wat ik zocht. Ik wilde mijn geld kwijt vertelde ik hem. Dat was geen probleem, hij maakte de bar open, vroeg wat ik afgesproken had, en ik werd vrijgelaten. Hoera, ik kon met de Magic Bus (zo heet dat ding waar ik mee reis) mee naar Nelson.
Het reizen met deze bus is ook wel een belevenis. Ik heb in Nederland een pas geboekt, en je bent verplicht in alle steden waar deze bus stopt minimaal 1 overnachting te doen. Op zich geen probleem, want met name het op zuid eiland waar ik nu reis doen ze belangrijkste plaatsen aan, hoewel je soms in bepaalde plaatsen maar 1 nacht blijft omdat er niks te doen is. Maar er zijn ook een aantal merkwardige zaken, waardoorals ik terug ben in Christchurch afscheid van deze Magic Bus ga nemen.
Laat ik beginnen met de route. Ik begon in Christchurch, en maak een rondje en kom dus weer terug ik Christchurch. Daarna moet ik weer naar Kaikoura (waar dus niks te doen is, behalve hotel Fawlty Towers) en dan kan ik pas oversteken naar het noord eiland. Bovendien, bij nader inzien, doen ze op het noord einland niet de plaatsen aan die ik wil zien. Dus in Christchurch neem ik de trein en pont, en ben in 1 dag in Wellington, het noord eiland.
Daarnaast is de bus gericht op bekpekkertjes. Op zich geen probleem, maar ik dacht dat die grote bekpekkertjes zo zelfstandig en vrijgevochten waren. Nou, wat mij betreft zijn het kleine bekpekkertjes. De bus is een rijdend reisburo, waar je steeds formulieren in moet vullen in welke hostel je wil blijven (de sjoof gaat dan uitgebreid bellen, uiteraard alleen de hostels die aangesloten zijn bij Magic). Geen van de bekpekkertjes heeft iets geboekt en vullen allemaal braaf dar formuliertje in. En ja, ik noteer dat ik in een hotel verblijf, en de sjoof kijkt je wazig aan. Bovendien zet hij je alleen maar af bij een aangesloten hostel, dus vraagt hij ongerust of ik weet waar ik moet zijn en en zo. Dan moet je ook weer opgeven wanneer je vertrekt, zodat hij dat weer in zijn adminstratie kan opgeven. Ik heb dat via internet gedaan, maar de bekpekkertjes laten dat de sjoof doen, je weet nooit. En tenslotte de activiteiten. Overal waar je bent kun je van alles doen, en de sjoof in de bus wil 's morgens weten wat je aan het eind van de middag gaat doen, en de dag er na. Zijn doel is die bekpekkertjes zo snel mogelijk na aankomst een kayak in te duwen, de volgende morgen ze in een helikopter te krijgen om ze 's middags op een quadbike te frommelen,om ze de volgende morgen weer vroeg in de bus te krijgen. En danbegint het circus weer helelmaal overnieuw. Aangezien ik de sjoof niet nodig heb om mijn dingen te regelen, ben ik een uitzondering in de bus, maar ik doe evenveel en meer dan die bekpekkrtjes, alleen wanneer ik wil en in mijn eigen tempo. Zo ben ik nu in Franz Josef, de sjoof zei tegen de bekpakkertjes dat ze 2 nachten moesten blijven, zodat ze weer verder konden racen naar Queenstown. En uiteraard, de bekpekkerjes blijven braaf 2 nachten. Ik blijf er 3, en ben blij toe, want het is hier mooi en relaxed.
En dan het gedrag van die bekpekkertjes, ik begrijp ze soms niet. Ze slapen elke nacht in een half stapelbed, voor 15 euro (lekker goedkoop), sjouwen de hele reis tassen met levensmiddelen mee, knagen eens op een winterpeentje, slapen de hele reis, zie ze nooit in een restaurant, of bar, maar gaan wel een halve dag voor 200 euro met een helikopter de gletscher op. Het zal wel aan mij liggen.
Maar goed, van Kaikoura ging ik naar Neslon, en na de verplichte zeehondenstop (ik heb het gehad met die beesten) kwamen we 's avonds aan. Alle bekpekkertjes weer een half stapelbed, en ik voor 50 euro een balzaal van een kamer. De volgende dag Nelson verkennen, daar heb je geen ochtend voor nodig, hooguit een 1/2 uur. 's Middags in de heuvels van Nelson gewandeld, en het centrum van Nieuw Zeeland gezien, een vreselijk steile wandeling, zwaar hijgend kwam ik daar boven aan. Maar de volgende dag stond eenbezoek aan het natuurpark Abel Tasman op het programma. Ik had een zeehonden annex wandeltour geboekt. We zouden eerst met de boot langs de kust van het natuurpark varen, kijken naar weer die vreselijke zeehonden, en dan op een strand worden afgezet, en gedurende 3 uur een stuk door de bossen teruglopen naar een volgend strand waar de boot je weer ophaalde. Ik dacht dat ik een landtour had geboekt, ipv een onderwaterexcursie. Ik stond op en het regende en regende. De tocht met de boot bestond uit iedereen in de boot proppen (er was een bovendek, maar ja), racen langs de kust, nog even door een raampje 2 zeehonden gezien, en toen in de stortregen afgezet worden op een strand voor de wandeltocht. En ik zal eerlijk zijn, ik was helemaal verzopen toen ze me ophaalden, maar het was fantastisch. Wat een schitterende wandeling was dat, wat een natuur en bos, zelden zoiets gezien. Dus dat maakte eigenlijk alles goed.
De volgende dag van Nelson naar Greymouth. Na de verplichte zeehondenstop (eerlijk waar, we gingen weer naar die beesten kijken, ik vermoed dat ze meereizen en dat ze steeds van te voren worden neergelegd op een rotsblok) kwamen we, in de regen uiteraard, aan in Greymouth. Laat ik zeggen, dat plaatsje zal het wereldnieuws niet snel halen, want daar gebeurt werkelijk echt helemaal niks. De sjoof had in de bus de bekpekkertjes nog een brouwerijexcursie in hun mik gepropt, ik besloot mijn eigen bierexcursie te houden, en achteraf bleek dat de juiste keus te zijn, want 's ochtend voor de bekpakkertjes weer in de bus gingen slapen, klaagden ze steen en been over te weinig tijd en en te weinig bier.
De reis vandaag van Greymouth naar Franz Josef was rustig, waarschijnlijk omdat we voor het eerst geen zeehonden gingen kijken (waarschijnlijk hadden ze een dag vrij). Uiteraard stopten we om het uur weer ergens waar volgens de sjoof iets bijzonder was. Zoals in Ross, een oud goudzoekersplaatsje, waar je voor 4 euro zelf in een teil met een pannetje goud kon zoeken, met een gegarandeerde hoeveel goud dat je zou vinden. Ik hoop dat de waarde van het goud dat ze in de teil hebben verstopt minder is dan 4 euro, anders is de tent snel failliet.
Zoals gezegd, ik ben nu in Franz Josef, waar ik morgen de hele dag een gletscher ga beklimmen, en vrijdag 's ochtends met een helikopter boven op de gletscher wordt afgezet om daar 2 uur rond te springen en om 1/2 6 ga kayakken op een meer om (ja, daar komt ie weer) de zon onder te zien gaan (wedden dat die ondergaat). Alles is wel van het weer afhankelijk, dus wat ik over 2 dagen daadwerkelijk gedaan heb weet ik zaterdag pas.
Zo dat was het weer, het gaat jullie goed, en hoop dat jullie allemaal braaf geweest zijn het afgelopen jaar, want zaterdag komt de sint weer langs. Ik ben benieuwd wat er in mijn schoen zit......
De eerste dagen in Nieuw Zeeland
Ik ben nu voor de 4e dag in Nieuw Zeeland (eigenlijk 5, want ik ben maandag om 23.00 geland) en het bevalt me prima hier. Hoewel het relatief dichtbij Australie ligt, is zowel het land als de bevolking anders. Het land is groen en fantastisch mooi, de bevolking veel relaxter.
Maar eerst moet ik natuurlijk Australie uit, en dat was wederom geen sinecure. Weer een kaart invullen, dit maal vertellen waarom je wegwilde, of je bananen, kaas of worst bij je had, en toen mocht ik eindelijk weg. Ja, en dan Nieuw Zeeland in, Het hele circus begon weer overnieuw. Weer je hele doopceel opschrijven, en weer vertellen dat je echt niks te eten bij je had. Nadat alles nog eens ondersteboven gekeerd was en door de X-Ray was gegaan,mocht ik eindelijk Nieuw Zeeland in. Buiten werd ik opgewacht door een airport shuttle en voor ik iets had kunnen zeggen, werd mijn tas in de aanhanger gegooid, ik in een busje gefrommeld en na een rit van 15 minuten en 10 euro armer bij mijn hotel afgezet. En wat voor hotel. Hotel So. Voor de geinteresseerden heb ik de website toegevoegd:
Waarschijnlijk opgezet door 1 of andere kunstenaar met oorbel, sik en kaal hoofd. Alles was van design zeg maar. En met kleuren, zoals je op de website wel ziet. De kamer zelf was niet groter een uitgewoonde bezemkast, geen raam (zeker modern of zo), en onder het bed scheen altijd een blauw licht. Volgens de ontwerper waren wij mensen niet gemaakt om in het donker te slapen (stond echt in zijn folder). Het licht in de douche kon je elke kleur geven dat je wilde, naast het bed zat een lichtknop die allerlei kleuren tevoorschijn toverde. Volgens de ontwerper moest je afhankelijk van je stemming de kleur van het douchelicht kiezen (nou die zal bij jullie in Nederland de komende maanden wel grijs zijn). Aan het einde van het bed hing een groot TV scherm. Deze had 30 kanalen, 10 ervan waren 'stemmingskanalen', zoals een knapperend haardvuurtje, een bos, een waterval, een goudvis. Je begrijpt het al, na 3 dagen kwam in helemaal zoemend en draaiend het hotel uit, waarbij ik toch wel steeds meer claustrofobich van het kamertje zonder raam werd.
De eerste dag in Christchurch watrondgehobbeld, hoewel het de 3e stad van Nieuw Zeeland is, is het niet groter dan Gouda. De tweede dag met bus 28 (en ik begin niet over de ov-chipkaart, maar je begrijpt het al) naar Lyttelton. Ik had het kunnen weten, als de Lonely Planet niet meer dan 1 pagina over een stad schrijft is het niet veel, en inderdaad het was niet veel, Ijmuiden in madurodamformaat. Daarna op weg naar een gondel voor uitzicht, dat was zeker mooi. In de bus terug kwam ik een Duitser tegen, en het kan altijd gekker, deze meneer hield van wandelen, en was een paar jaar geleden van Munchen naar Istanboel gewandeld, via Italie en Griekenland.
De laatste dag was het weer eens tijd voor een tour., naar Akaroa, 2 uur rijden. De sjovin was Sue, de Australische versie van Ruby Wax. Sue keuvelde onderwegover een boompje rechts, een heuveltje links, wat koeien, een meertje en ga zo maar door. In Akaroa is weinig te doen, dus ik mee op een harbourcruise, op zoek naar dieren. Bijzonder daar zijn de zogenaande Hector Dolfijnen (waarom ze zo heten kan niemand me vertellen, ik denk dat ze vernoemd zijn naar Hector). Uiteraard was er weer iets bijzonders met deze beestjes, ze waren de kleinste zwemmende zoogdieren op aarde, en ze waren zeldzaam. Nou, daar gaan we weer dacht ik. Maar nee, binnen 5 minuten waren ze daar, en niet 1 maar wel 10, en daarna weer 10 en daarna.... Inderdaad, zeer zeldzaam die beestjes, maar erg leuk om naar te kijken. Tijdens de boottocht ook nog een blauwe pinguin zien drijven (of hij nou blauw van de kou was, of dat dat zo hoorde vertelt het verhaal niet) en wat zeehonden op een rots. En om 4 uur was het tijd om naar huis te gaan, dus ik lekker in de bus een beetje pitten totdat....... de bus ineens stopte bij Barry's Kaasmakerij. Dit kon niet waar zijn, daar gingen we weer. We kregen een DVD van 5 minuten te zien hoe kaas werd gemaakt (van melk), om vervolgens een blokje Gouda en Maasdammer voorgeschoteld te krijgen. Daarna is het natuurlijk de bedoeling dat we kaas kochten, naar Sue raadde dat af, want het kwam toch niet door de douane. WAT DOEN WE DAAR DAN!!!. He, he, eindelijk naar huis, slaap, slaap.....REM! Wat nu weer. We staan bij de lokale aardappelboer. Wat doen we daar. Allemaal naar binnen, de man vertelde niet eens wat, maar het was de bedoeling dat we een mud aardappelen kochten. Echt gekker moest het niet worden. Er zijn natuurlijk altijd gekken die wat aardappelen kopen, en toen deze personen hadden afgerekend gingen we weer op weg naar Christchurch. Ik deed natuurlijk geen oog meer dicht, en iedere keer datSue remde keek ik of er ene lokale bakker, wijnboer of slager langs de kant van de weg stond.
Vanmorgen met de Magic Bus op weg gaan naar Kaikoura, waar ik nu ben. Hier is weinig te beleven (weer een strandplaatsje waar je weer kan kayakken, dolfijnen en walvissen kijken, zeehonden zien etc, ik heb dat nu al een paar keer gedaan). Heb gebruik genmaakt om mijn verdere reisplannen te maken, en er staan een paar leuke dingen op het programma, maar dat vertel ik nog niet. Morgen ga ik dan ook door naar Nelson, waar ik 3 dagen blijf.
Tot slot nog iets over mijn hotel. Ik boek de hotels telefonisch, na op internet wat gegluurd te hebben. Nou, de New Commercial Hotel en Motel zag er kek uit, dus geboekt. Wat ik al eens eerder gezegd heb, geef je hotel een tijdloze naam (ik ben ooit eens in Hotel Modern geweest, dat zal ongetwijfeld ooit modern geweest zijn; en Hotel Gletscherblick is met de huidige klimaatverandering over een aantal jaar ook een rare naam). Je begrijpt het natuurlijk al, dit hotel was ooit nieuw, maar dat is heel lang geleden. Ik heb weer eens een kamertje met een bed, tafel en een TV waar de eerste uitzendingen van Willen Duys op uitgezonden zijn. Maar goed, het is maar voor 1 nacht, morgen naar Nelson met de magic Bus
Mijn laatste dag in Melbourne en Australie
Dit is mijn laatste dag in Australie. Vier dagen geleden ben ik vanuit Adelaide (waar het 43 graden was) naar Melbourne gereisd. En in 48 uur ging de temperatuur met 23 graden omlaag, naar 20 graden, met enorme regenbuien. Brandweercommandant Lek kan voorlopig op vakantie, want gezien de hoeveelheid water die de afgelopen 24 uur naar beneden is gekomen gaat hier de komende maand geen bosje de fik meer in. Ipv 'catastrophic bushfire conditions' hebben we nu 'catastrophic flood conditions'.
Melbourne is een leuke stad, heel anders dan Sydney. Is Sydney meer Amerikaans, Melbourne is Europees. Uiteraard is het centrum weer een half schaakbord, en als je weet op welk vakje je je bevindt ishet erg makkelijk de weg te vinden. Het is wel uitkijken dat je niet overreden wordt, want er bestaat hier een merkwaardige manier van rechtsafslaan (en in Nederland is dat dus linksafslaan). Hoe werkt dat. Wel, als je rechts af wil, dan ga je eerst met je auto naar links,tegen het zebrapad aan staan. Dan wacht je tot alle verkeer dat rechtdoor wil je rechts voorbij is gestoven en als de kust veilig is sla je rechts af. Dat met deze methode nog geen doden gevallen zijn, is me een raadsel. Onze landelijke verkeersofficier Koos Spee zou zijn stropdas opeten als hij dit zag, laat staan in Nederland introduceerde. En natuurlijk, wat is de zin hiervan. Wel, navraag bij de locals leerde me dat men dat deed om de trams, die over het midden van de weg rijden, niet te blokkeren. Nou, wij hebben ook trams, dus was let ons.
Heb in Melbourne niet bijster veel gedaan alleen rondlopen en op een terrasje zitten was al leuk genoeg, bovendien was ik best moe en om weer naar haaien in een aquaruim te kijken of het zoveelste museum over aboriganals in te gaan, daar had ik wel genoeg van. Bovendien regende het gisteren pijpenstelen.
Maar......, het verblijf zou niet compleet zijn als ik geen tour had gedaan. Jaja, ik ben een middag en avond vanuit Melbourne naar Phillip Island geweest, ca 150 km ten westen van Melbourne. Doel van deze tour was kleine pinguintjes kijken die na zonsondergang de zee uitkwamen, het strand op liepen en in de duinen ging broeden. Dat moest ik zien natuurlijk.
Om 1/2 1 werd ik ophaald, en gingen we op weg naar Phillip Island. En uiteraard lagen de eerste Japannertjes na 5 minuten alweer in de bus te slapen,niet te geloven.Die hebben dus niks van de omgeving gezien. Je gaat natuurlijkniet gelijk naar de kleine mannerjes en vrouwtjes toe, nee de 'eetlust' moet worden opgewekt. Dus stopten we weer eens bij een wildreservaatje. En ja hoor, daar was weer het traditionele koalaknuffelen, het voeren van kangaroo's, het ontwijken van de rennende emoe (miep miep) en ipvvan snappie de krokodil in zijn privezwembad was er nu peter de python.Peter kon je om je nek krijgen en dan werd er een foto gemaakt. Nou denk je bij een python aan een slang die een wild zwijn vermorzelt en dan ik 1 hap weg slikt. Nou, Peter niet, die kreeg niet eens een huismuis naar binnen. Vervolgens reden er naar Churchil Island, een eiland dat weer voor Phillip Island lag (ja, gekker moet het niet worden). Daar was de eerste boerderij van Australie gesticht, er stond nog een stal, een hek, 3 koeien, 2 paarden en 3 schapen. Interessan...t. Hoogtepunt van dit bezoek was de demo schapenscheren...... Tja, dat had ik nou altijd willen zien. De schapenscheerder legde in 2 minuten uit wat hij ging doen, pakte een schaap, duwde die tussen zijn benen en voor de schaap het wist was hij zijn wollen trui kwijt. Of we nog vragen hadden. Ik zou werkelijk niet weten wat, alleen misschien of hij een Braun of een Philishave gebruikte. Na een pizzaatje in een afhaalpizzeria verorberd te hebben (we zouden dat in een park doen, maar gezien de hoeveelheid vocht dat uit de lucht kwam was dat geen goed idee) gingen we naar het puntje van Phillip Island, waar we zeehonden konden zien. Nou ja, zien, de beestjes lagen op een rotsblok dat 1,5 km uit kust lag! En laat hun pels nou dezelfde kleur als de rots hebben. Je zag dus niks. Maar daar was natuurlijk over nagedacht. Voor 5 dollar (ca 3 euro) kon je 4 minuten een camera op ze richten en de beelden werden getoond op een tv dat er weer voorhing. Alsof je Animal Planet zat te kijken. Omdat we tijd over hadden was de sjoof van mening dat we best een rondje konden lopen. Wel, dat heb ik gedaan, 10 minuten en ik was verzopen en doorgewaaid. Geen goed idee dus.
Maar toen werd het tijd om naar de pinguins te gaan. Wat een circus en commercie was dat. Op het strand waar de lieve diertjes verschijnen was een stadion gebouwd waar 3800 mensen konden zitten, met lichtmasten. Een gemiddelde Nederlandse eerste divisie club zou er trots op zijn. En de jongens komen natuurlijk niet voor niks uit het water, dus naast de entree waren er ook 2 winkels vol met pinquin spullen. Echt alles was pinquin. En het verkocht als een dolle. Om 8 uur werd iedereen naar de tribunes gebracht, waarwe gingen zitten, in afwachting van de eerste pinguins. Zoals ik eerder zei, het stortregende daar, dus daar zaten we dan in de zeikregen. Natuurlijk was voor die mensen die geen regenkleding bij zich hadden een oplossing, voor 5 dollar kon je een vuilniszak kopen. 20.15, en regenen en geen pinguin nog te zien. Ik begreep dat wel, ze lagen natuurlijk te dobberen voor de kust, keken naar het weer en dachten ' Ik laat me niet natregenen voor die toeristen, ik wacht wel tot het droog wordt'. Nadat iedereen goed verzopen was, en het droog werd, ja, toen kwamen de mannen. met zo een 20 per keer tegelijk het strand op, 1 turf hoog, waggelend naar de duinen. Erg leuk gezicht, en uiteindelijk de narigheid, kou en nattigheid waard. Volgens een bordje waren er de vorige avond 2001 pinguisn aan land gekomen. Raar getal. als zenou zeiden 1900 of 2000, maar 2001. ik denk dat ze dachten dat alle pinquins aan land waren, en ze in het logboek al ongeveer 2000 hadden opgeschreven,toen er plots nog 1 verscheen. Dus werd het 2001.
Om 1/2 10 gingen we weer richting Melbourne, dat was in de regen en iedereen overal en nergens afzettend ook nog een tour van 3 uur.
Maar goed, Autralie zit er op, ik vlieg over 6 uur naar Christchurch, Nieuw Zeeland. Daar had al een buspas in Nederland gekocht,echter daar wisten ze in NZ niets van. Na wat gemail en gebel bleek dat mijn reisburo het niet bevestigd had,maar heb toch de passen gekregen.
Ik hebin Australieeen geweldige tijd gehad, en kom zeker terug. Als Nieuw Zeeland ook zo is, komt het wel goed.
Adelaide, eindpunt van de Great Ocean Road
Gisteren om 7 uur aangekomen in Adelaide, na een tocht van 3 dagen langs de zuidkust van Australie. Deze tour heet The Great Ocean Road, en voert je langs een prachtige kustweg en een aantal nationale parken. De tour vertok uit Melbourne, waar ik vanuit Sydney de nacht er voor om 12 uur aankwam. De busreis vanuit Sydney ging niet vlekkeloos. In de eerste plaats moesten we een omweg maken, omdat er op de snelweg een dodelijk ongeluk was gebeurd (4 doden). In Nederland is een omweg gemiddeld een kwartier langer, in Austalie dus 2 uur. We gingen via Canberra, om vervolgens om een uur of 10 's avonds langs de kant van de weg te staan, omdat er met een enorm kabaal een of andere ijzeren staaf van de bus vloog. De sjoof pakte zijn zaklantaarn, liep om de bus heen, gaf er een paar schoppen tegen, en was van mening dat deze staaf geen vitaal onderdeel van de bus was, dus besloot hij door te rijden. Om 1/2 1 was ik dan eindelijk in mijn hotel, en om 1/2 7 werd ik alweer opgehaald door een taxi die mij naarde plek bracht waar ik werd opgehaald. Nou, daar sta je dan om 1/4 voor 7 in een wildvreemde stad (was er pas 6 1/2 uur) te hopen dat je op de goede plek staat en dat er een bus verschijnt. Maar, om 1/4 over 7 kwam de bus, en daar stapte mijn sjovin uit. Een uit de klei getrokken Austarlische die zich voorstelde als Foggy (Fog voor vrienden). Ik vvroeg maar niet waarom ze 'mistig' heette, daar zoudenhaar ouders vast een goede reden voor hebben gehad. Nou, daar ging ik dan met Miss Foggy door het stadsverkeer van Melbourne, de overige reisgenoten ophalen. Als een bootwerker ging ze te keer, schelden op rode verkeerslichten, vloeken tegen auto's die haar in de wegreden en dreigende gebaren naar andere chauffeurs maken. Nou, dat kon een lange 3 dagen worden met Miss Foggy.
Bij een hotel stapten de andere reisgenoten in. Een Nederlands echtpaar van eind 60, die uit Steenwijk kwamen. Jan en Tiny waren totaal verbaasd toen ik allerlei (dat zijn er overigens niet veel) wetenswaardigheden over Steenwijk vertelde. Ik heb daar namelijk mijn dienstplict vervuld. Eigenlijk Havelte, maar de dichtsbijzijnde metropool is Steenwijk. Dan waren er 2 Oostenrijkse en 2 Zwitserse dames. Van de laatste 2 sprak er 1 geen Engels, alleen Zwiters- Duits, dus verder dan gebarentaal kwam een gesprek niet (ik begreep dat niet goed, dat je nou geen vloeiend Chinees, Arabisch of Zulu spreekt begrijp ik nog, maar in deze tijden geen Engels). Dan waren er 2 Amerikanen, Die deden deze tour volgens goed Japans gebruik in 1 dag, gingen met de trein direct terug naar Melbourne, vlogen dan gelijk naar Cairns, gingen daar op de koffie bij de vissen en vlogen terug naar huis. En dan was er natuurlijk ook weer de standaard weirdo in het gezelschap. Eric, de Ier. Uiteraard geen baan, reisde maar wat rond, kwam geen muziek uit de man, en hij heeft (zoals goed Slovaaks gebruik) de hele reis geslapen, om alleen als Miss Foggy riep dat we de bus uit moesten, zijn ogen open te doen.
Al vloekend en tierend ging Miss Foggy op weg, en reed bijna de hele dag langs de oceaan. Heel mooi, dat moet worden gezegd, maar het wordt wel wat eentonig. Hoogtepunt waren de 12 Apostelen, een aanal losstaande rotspartijen in de zee, een stukje weg van de kust. Het merkwaardige was dat ze de 12 apostelen heten, er oorspronkelijk maar 11 waren en door erosie er nu nog maar 8 zijn. Soms begrijp ik het niet meer. De overnachtig vond plaats in Warrnambool (wie heeft er niet van gehoord), in een backpackershotel. Nou, om weer met 6 man in stapelbedden op 1 kamer te slapen had ik geen zin, dus vroeg ik deuitbater of hij aparte kamertjes had. Die had hij wel, en hij verkocht mij de kamer als zijnde de presendential suite. De enige kamer met een TV, 35 euro. Deze nam ik uiteraard. Afijn, dat viel natuurlijk wat tegen. Er stond een bed, tafel, stoel en TV. Op de TV kon je Australie 1 en 2 ontvangen, 5 kanalen waren blauw, 4 sneeuw en op de laatste kon je door de sneeuw de plaatselijke SBS 6 zien, maar dan moest je wel de kleerhanger die als antenne fungeerdein de goede stand zetten. Hij was vergeten te zeggen dat ik gebruik moest maken van de gemeenschappelijke douche, en toen ik bij het morgenlicht ging kijken waar ik nu daadwerkelijk geslapen had, bleek het de garage te zijn.
De volgende dag weer vroeg op pad, o.a. een waterval gezien die het eindelijk ook deed. Het laatste deel van de dag gingen we Mount Zero beklimmen, 345m hoog. Achter Miss Foggy aan die als een razende omhoog ging, om toen iedereen hijgend en badend in het zweet op te top aankwam te zeggen dat we ff snel foto's moesten maken, en ons snel naar beneden moesten laten rollen, want we moesten om 6 uur in ons hostel aanwezig zijn. Dat haalden we dan ook, we sliepen in het doodsaaie plaatsje Naracoorte. Dit plaatsje had, in tegenstelling tot Almelo, niet eens een stoplicht. Het hostel werd gerund door Sonja, die Nederlandse ouders had. Ze had 2 bunkers met bedden staan. In iedere bunker stonder 4 stapelbedden op elkaar, en werden afgesloten met een ijzeren deur. Nou, daar was ik heel snel uit. Daar ging ik niet slapen, dus gevraagd waar het dichtsbijzijnde hotel was. Dat was 1 minuut lopen, dus daar naar toe. Goed, ik sliep daar wel boven een gokhal, maar altijd beter dan in die bunkers. Het merkwaardige van dat hostel was dat ze daar met man en kinderen ook gewoon leefde en gebruik maakte van dezelfde faciliteiten, dus de kinderen ontbeten gezellig mee met de backpackers.
Die avond verzorgde Sonja de BBQ, en Jan, Tiny en ik hadden wat flessen wijn meegracht om de sfeer wat te verhogen. Helaas, uit de backpackers kwam geen muziek, dus hebben we met zijn 3en de flessen wijn maar soldaat gemaakt, maar het was wel de omgekeerde wereld. Overigens kreeg Tiny wat last van de wijn of de hitte, maar ze werd steeds vrolijker en ging zelfs zingen. Tijd om de eer (en plaatsvervangende schaamte) aan mezelf te houden, en mijn kamer boven de eenarmige bandieten op te zoeken. 'S ochtends nog gevraagd hoe onze backpackers de nacht hadden ervaren, hun gezicht en slaperige ogen spraken boekdelen. Als zij zelfs dat helemaal niks vinden, dan heb ik weinig daar te zoeken.
De laatste dag nam Miss Foggy ons mee naar grotten met fossielen, en na de lunch hebben we nog bij een wijngaard staan gorgelen met de verschillende wijnen die we mochten proeven. Daarna 4 uur rijden naar Adelaide, waar Miss Foggy schold op haar busje, hem soms aaide en ook wel eens een trap gaf.
Voor de liefhebber kun je op de onderstaande website van dehet promotiefilpje zien. Miss Foggy kom regelmatig in beeld.
http://www.youtube.com/watch?v=AU7GKbn2XHo
Vandaag ben ik dus in Adelaide, maar vanavond om 1/4 8 vertrek ik weer naar Melbourne, waar ik de laatste dagen in Australie ga doorbrengen, want de 23ste vertrek ik naar Christchurch, Nieuw Zeeland. Ik heb Adelaide vanochtend verkend, maardaar is weinig te beleven. Het centrum is de helft van een schaakbord, en je kan er winkelen, drinken en eten. En er is natuurlijk weer een zoo, maar ik heb genoeg knuffelende koala's en krokodillen in hun privezwembad gezien.
Het is hier 43 graden vandaag, vreselijk warm. De staat heeft 'catastrophic bushfire condiions' uitgeroepen, zeg maareen lokaal weerwalarm. Je mag zelfs geen peuk binnenshuis aansteken of je magnetron aan doen, zo brandgevaarlijk is het hier (ik heb een paar van die fikkies gezien bij Darwin, en dat fikt echt). Uiteraard zijn de plaatselijke Peter Timofeeffen en Brandweercommandant Lek niet van de TV weg te slaan. Het rare is dat het morgen 29 graden is.Wat ook leuk is, is dat er hier een kerstman in zijn pak jingle bells stond te zingen, in 43 graden!!!!!! Daar wordt Sinterklaas niet vrolijk van.
Zo, dat was het dan weer, het gaat jullie goed in Nederland, als ik uit Melbourne vertrek kom ik weer in de lucht.
Sydney, daar wil ik wel wonen
Ik ben nu 3 dagen in Sydney, en het is hier geweldig. Ik zou hier graag willen wonen, wat een stad, mensen, cultuur, weer en ga zo maar door. Maar helaas, morgen gaat de reis verder naar Melbourne. Daar overnacht ik alleen maar, want de ochtend er op ga ik de Great Ocean Road doen, een tour van 3 dagen, die eindigt in Adelaide (ben benieuwd wat voor raar volk nu weer met me mee reist). In Adeliade blijf ik 24 uur en ga dan weer terug naar Melbourne, waar ik de laatste 3 dagen in Australie ga door brengen. Ik weet nu al dat ik het ga missen, en zeker dat ik ik hier terugkom.
Maar voor dat ik in Sydney was, ben ik 2 dagen in Hervey Bay geweest. 's Avonds om 6 uur met de bus vertrokken uit Airley Beach, enom 7 uur's ochtendsstond ik in hotelMantraHervey Bay. Deman achter de balie vroeg mijn kamernummer, maar ik maakte hem duidelijkdathij dat moest zeggen, omdat ik geen idee had welke kamer in zou krijgen. Hij keek me wazig aan en begreep ineens dat ik heel vroeg kwam inchecken ipv uitchecken. Nou, hij waszo vriendelijk mij om 7 uur al een kamer te geven, dus dat kwamgoed uit. En wat voor kamer. Een balzaal, met een heuse jacuzzi. Deze was groter dan die opde ' Summertime' en deze was helemaal voor mezelf, zonder Slovaken erin. Twee keer heb ik daar liggen bubbelen, totdat de hele badkamer onder het schuimzat en ik de deur niet meer kon vinden. Wat en luxe.
Maar goed, ik was in Hervey Bay om een dag Fraser Islandte bezoeken, dus een tour bij een lokaal reisburo geboekt. Ook hier gold weer de wet dat alles wat binnen de reiswereld een aantal is (reisgenoten, meters van strand en ga zo maar door) met 2 moet worden vermenigvuldigd, want op mijn vraag hoeveel mensen er mee gingenzei de man '12' (het was rustig)en zoals je begrijpt zat ik opFraser Island met 24 mensen in de bus.
De sjoof was Collin, en zoals ik al gewend was, tevens gids. De bus was een vierwiel aangedreven monster met 24 versnellingen. Dat moest ook wel, want Fraser Island is 10 keer Vlieland, en alle wegen(nou, zeg maar karresporen)zijn van mul zand, en dan bedoel ik ook echt mul zand. Wat een gebots en gehobbel in die bus. Ik bracht de gemiddelde leeftijd in de bus fors omlaag, dus je begrijpt dat soms de kunstgebitten en gehoorapparaten door de bus vlogen. De ouwetjes waren aan het eind van de dag werkelijk alle hulpstukken kwijt en zaten suizend op de ferry die ons terug bracht naar het vaste land. En dan was er ook nog een snelweg, het strand. ja, daar kun je scheuren, dus dat deed Collin ook. Er stonden zelfs bordendat je niet harder dan 80 mocht. Die heb ik op ons strand nooit gezien. Wat een gescheur. Tja, en dan gaan er natuurlijk voertuigen kapot. Op het strand kwamen we een bus met een kapotte versnellingsbak tegen, en op het mulle karrepad een bus met een lek band, daarna een 4WD met touristen die zich met hun auto helemaal ingegraven hadden en ook nog een 4WD met een opgeblazen motor. En geen ANWB natuurlijk, ook de heleboel verstopt, geen fiets kon er meer langs. En dan te bedenken dat we om 5 uur de boot moesten halen, dus het laatste uur heeft Collin alles uit de bus gehaald wat er in zat, je begrijpt dat we rollebollend bij de ferry aankwamen.
En dan de tour. Nou, daar gaan we weer. De eerste stop was een bushwalk van 10 minuten. Uiteraard legde Collin uit dat wat van hout was en groot en groeide, een boom was, er veel water op het eiland was enveel dieren. (maar ja hoeveel dieren kan je nou in 10 minuten zien, 0 dus). Daarna scheurend over het strand (ca. een uur) naar gekleurde rotsen (best mooi) om vervolgens te stoppen bij een scheepswrak. Tja, als dat al een attractie is, dan weet ik het niet meer, maar goed, 10 minuten kijken en de bus weer in. Stoppen bij een kreek, waar je weer kon dobberen. Na de lunch op weg naar Lake McKenzie, het hoogtse, grootste, mooiste en ga maar door van: ja weet ik veel. En daar kon je weer lekker dobberen. Uiteindelijk dobberde ik met veel schuim om 6 uur weer in mijn eigen jacuzzi, nog steeds zonder Slovaken.
De volgende dag om 7 uur op weg naar Sydney, een reis van 30 uur met een overstap in Brisbane. Dat lijkt erger dan het is, want het reizen met Greyhound is goed te doen. 's Middags gelijk naar de Sydney Opera House gegaan, aangetikt en ik kon Australie afvinken. s' Avonds Spaans gegeten, tapas met Rioja. Hier zijn ze zo eerlijk om je geen varkensdarmen aan te smeren, iets dat ik nu al 2 keer per ongeluk in Madrid heb besteld. Tijdens mijn diner kwam ik in gesprek met een Canadees, Ben, die daar was met zijn Japnase vriendin Maki. Ook schoof er nog een Vietnamees Phat aan. Nou, Ben zag het helemaal in me zitten. Het had gelijk door dat ik academicus was (zal wel mijn bril zijn), en hij wilde een BBQ bij hem thuis organiseren, waar ik kennis kon maken met andere acadmici. En dan was het vervolgens een goed idee dat ik binnenkort een lezing zou geven. Ook Phat zou dan natuurlijk van de partij zijn. Na 2 flessen wijn wilde hij weten wanneer hij de brand in zijn BBQ kon steken. Ik heb hem verteld dat ik geen tijd had, en dat ik verder moest. Geen probleem, hij wilde mijn emailadres, en we zouden in contact blijven. Dat heb ik gegeven, dus wie weet, ga ik binnenkort een praatje nergens over in Sydney geven (we hebben het over nog veel meer gehad, maar dan kan ik wel bezig blijven).
De volgende ochtend (gisteren) stond een tour naar de Blue Mountains (100 km buiten Sydney) op de rol. De sjoof was dit keer Mark, en je raadt het al, hij was tevens onze gids. Nou, dat hebben we geweten. Mark heeft van 1/2 9 tot 6 uur aan 1 stuk door van alles en vooral niets verteld. Het ging nergens over. Toen we over de snelweg reden begon hij uitgebreid te vertellen dat men bezig was deze te verbreden en wat de problemen waren, samengevat hetj verhaal van de A4 bij Leiderdorp, maar dan in Autralie. Als we door een stadje reden ging hij vertellen wat er allemaal was: een slager, een bakker, een supermarkt, een bank..... Toen we het Olympisch Park passeerden ging hij vertellen welke sporten er waren beoefend: atletiek, zwemmen, baketbal, hockey...., maar ook welke sporten er niet waren beoefend. Gek werd je van die man.
De tour begon weer eens bij een dierentuin. Dat was weer het gebruikelijke koala knuffelen, kangeroo's voeren (ik dacht overigens dat er altijd maar 1 soort was, maar er zijn er wel 100 geloof ik: (op zijn Marks) grote, kleine, witte, in een boom en ga zo maar door), emoe's ontwijken, veel vogels in kooien en weer kijken naar snappie, de zoutwaterkrokodil, die in een zwembad lag te dobberen. Na de dierentuin gaf Mark een demo boomerang gooien. Zoals je waarschijnlijk weet is het bedoeling dat als je de boomerang in de lucht gooit, deze weer terug komt. Helaas voor Mark dat hij zijn hond was vergeten mee op de tour te nemen, want nu kon hij steeds zelf dat ding halen. Overigens heeft Mark me nog wel een boomerang aangesmeerd.Na delunch (overigens ook nog leuk, het was een buffet, dus de eerste medeslachtoffers van Mark zagen niet dat om de hoek nog meer te halen viel, dus hadden ze van de eerste 2 schalen hun hele bord vol met sla en tomaten, bleek er nog veel meer te zijn, zoals kip, rijst, en stoofvlees) gingen we kijken naar de 3 zusters, 3 rotspartijen naast elkaar. Helaas, MIST!!!!!!!!!!!!!!. We zagen dus NIKSSSSSSSSS!!!!. Ja, ze stonden recht vooruit zei Mark, maar dat moest je dan maar geloven. Uiteindelijk heb ik door de mist er 1 een stukje gezien. Daarna naar de vallei. Meteen treintje onder een hoek van 52 graden de vallei in. Nou daar werden de nodige Japannertjes onwel van, die kwamen groen en geel de trein uit. Daar een uur rondgewandeld, echt fantastisch mooi, en goed opgezet. Na de vallei stopten we een 1/2 uur in de woonplaats van Mark (uiteraard legde hij uit wat daar allemaal te beleven was). Waarom was me een raadsel, maar goed. Hij wees de snoepwinkel aan, en je raadt het al, iedereen die winkel in en snoep kopen. Nou dit keer was ik geen lemming, dus lekker niet gedaan. Vervolgens een bezoek aan watervallen, en dag werd afgesloten met een cruise van 15 km terug naar Sydney. Bij de steiger aangekomen zei Mark dat de boot er zo aankwam, en dat we niet op de eerste de beste boot moesten springen die voorbij kwam. Dat was voor een drietal meisjes niet geheel duidelijk, dus toen er een een boot aanmeerde en de bemanning schreeuwde dat deze naar Sydney ging, sprongen ze er gelijk op en verdwenen uit zicht (ik heb niets meer van ze vernomen). Maar ok, daar kwam de goeie boot. En laten we eerlijk zijn, bij een cruise denk je toch aan een boot over de die over de Rijnn tuftmet wat oudere mensen richting Keulen. Nou, dat dacht hier iedereen ook. Helaas, nadat dekapitein ons welkom had geheten en bralde dat de zwemvesten in geval van calamiteit voorin lagen, starte hij zijn 2 formule 1 Ferrari motoren en scheurde vol gas naar Sydney. In 20 minuten stond iedereen met verwarde kapsels, geheel doorgewaaid, tollend op zijn benen op de kade van Sydney. Daarna scheurde hij weer weg, waarschijnlijk om de volgende vracht op te halen.
Ja, en nu dus mijn laatste dag in Sydneydoorgebracht. Ik ga deze stad zeker missen, ik voel me hier heel erg thuis. Maar ik ga verder op weg naar Melbourne. Het gaat jullie goed in het koude Nederland, hier is het 30 graden.
PS: Ik heb ook nog nieuws over Ollie, die duitser die door een spin was gebeten. DIe is helemaal platgespoten in Adelaide, was veel ergens dan ze dachten. Lekker, dat swaggen.
3 dagen zeilen bij de Whitsunday Islands
Gisteren teruggekomen van een driedaagse zeiltocht rond de Whitsunday Islands. De juf van Kilroy (reisburo dat mijn vliegticket heeft geregeld) raadde me dit aan, en van alle boten die vanuit Airlie Beach naar de eilanden vertrokken (en dat zijn er meer dan 100) moest ik de 'Summertime' nemen. Nou, zoals ik al eerder schreef ben ik een kuddedier, dus heb ik braaf haar advies gevolgd. Laat ik de 3 dagen in de volgorde van bemanning, medereizigers, boot en de 3 dagen beschrijven.
De bemanning
De kapitein heette Cookie. Cookie zat zwaar onder de tattoo's, ik verdacht hem er van wel eens achter de tralies gezeten te hebben, maar dat durfde ik niet te vragen. Wel waarom hij Cookie heette. Ik dacht eerst aan de beroemde James Cook, die o.a. Australie had ontdekt (er is zelfs een snelweg naar hem vernoemd). Nop, dat was het niet. Dan was het misschien naar koekie, watje. Nee, ook niet. Cookie die op de PC worden gezet. Nop. Ik gaf het op. Hij was van oorsprong kok, dus vandaar Cookie. Nou, ik weet niet wat Cookie zijn specialiteit was, maar gezien zijn tattoo's was het heet met specerijen.
De 2e man, en tevens duikinstructeur, was Flo. Hij was Duitser en nu 3 jaar in Australie. Flo had een militaire achtergrond, waar hij graag over sprak. Zo had hij volgens zijn zeggen 6 jaar in het Duitse leger als helicopterpiloot gediend, was gevraagd omvia Rusland Amerikanen in Afghanistannaar papavervelden te brengen, zodatze deze konden vernietigen en was hij ookgevraagd om in Congo een rebellenleger op te leiden. Ook wist hij alles van de Zwitsere tactiek als dit land ooit werd aangevallen. Maar Flo had dit allemaal niet gedaan, en zat nu met 16 toeristen op een bootje te dobberen bij de Whitsunday Islands........ Tja, ik nam deze verhalen dus met een baal zout en noemde hem Ramflo.
Het 3e bemanningslid was het animeermeisje Shany, een Autralisch propje van 4 turven hoog.Ik dacht dat haar naam uitgesproken werdals Sjenie, maar nee het was Sjonnie. Nou, wat zij wilde. Sjonnie moest ons vermaken, laten zien waar we sliepen, en was ook de kok (wat dan weer raar is als de sjef Cookie was). Sjonnie was een kei in het snijden van sla en tomaten, het in de magnetron zetten van allerlei spullen en het laten opwarmen van schotels dieuit de koeling kwamen. Kortom, een keukenpropje.
De medereizigers
Ik heb zelden zo een verzameling van weirdo's meegemaakt ik een groep. Hoe krijg je ze bij elkaar. Van de 16 hadden er 11 geen baan, en waren dus gewoon aan het reizen. Maar laat ik deze bonte verzameling maar kort beschrijven
Ten eerste waren er 3 jongens uit Slowakije. Van deze 3 was er 1 ziek, Ramona. Deze meneer heb ik bij de intro gezien, is zijn bed in gedoken (zonder snorkel) en kwam weer boven water (wat een woordspelingen) toen we 3 dagen later de haven van Airlie Beach in vaarden. De man beweerde dat hij griep had, lekker idee als je weet dat er een Mexicaanse griep heerst en we met 19 personen op een boot van 17 bij 6 gedurende 3 dagen samen leefden. De 2e was niet ziek, maar tussen de duikpartijen door laghij op zijn bed, de 3e dag heb ik hem helemaal niet meer gezien. De 3e was de enige normale van het stel. Deze mannen studeerden wat, reisden rond en gingen in maart weer terug. Met hun reisde een Tjechische mee, die even haar naam had gepiept om vervolgens haar mond alleen open te doen als ze at, dronkof een snorkel er in moest doen. Om vervolgens met de 2e Slowaak steeds in bed te liggen.
Dan was er een stel uit Wales, Stuart en Julie. Stuart had de kreet BYO (Bring Your Own) Alcohol zeer serieus genomen, dusdumpte hijvoor we weggingen de hele koeling vol met bier en wijn, uiteraard alleen voor zichzelf en Julie, want het was BYO Alcohol, en niet SY (Share Your) Alcohol. Stuart wist precies was goed was voor Julie, en Julie wat goed was voor Stuart, want zij bracht hem regelmatig zijn biertje(wat een droomvrouw). Dit stel had alles in Wales verkocht, hadden niks meer, reisden rond om over 2 maanden op zoek te gaan naar wat werk in Australie.
Twee stellen kwamen uit Duitsland. Het eerste stel kwam uit Hannover (Conrad en Nadine). Zij werkten allebij bij Volkswagen, op de commerciele busjes afdeling (waar zouden die 2 elkaar nou tegengekomen zijn?). Uiteraard reden ze Audi en geen Volkswagen. Conrad zijn hobby was foto's maken, en dat nam hij serieus. Ik denk dat hij wel 1000 foto's heeft gemaakt, waarvan 500 van Nadine: voor het duiken, met snorkel, zonder snorkel, met zwemvliezen, zonder.......etc.) Het andere stel waren Francine en Sam. Zij spraken alleen maar Duits, maar ik kon ze prima verstaan natuurlijk. Ook zij hadden de hele spulleboel verkocht en wilden gaan werken in Sydney. Succes met Duits als voertaal.
Dan was er een Engelse, van wie ik niet weet hoe die nou weer heette. Dus ik noemde haar maar Mini Mouse, ze zat er altijd als een muisje bij. De eerste dag zag ze eruit alsof ze onder een matras had geslapen, grote zonnebril op en werd al zeeziek toen ze de haven in liep. Ik verdacht haar er van dat ze een enorme kater had.
Dan waren er 3 Engelsen, 2 meisjes en 1 jongen. De dames konden zo van de stranden van Spanje gekomen zijn, zo zagen ze eruit. Zij lagen als het maar even kon in de jacuzzi (ja deze hadden we ook) lekker te chillen. De laatste dag had 1 van de 2 dames hoofdpijn. Ze zat de hele dag te snuiven aan een pot met tijgerbalsem, net zo lang tot haar haren recht overeind gingen staan.
Ja, en dan was er James. Meer Engels dan James kan je niet zijn, alleen zijn naam al. James zag er uit als Steve Davis. Hij was maandagochtend vertrokken uit Londen, om na een reis van bijna 3 dagen (via Kuala Lumpur, Sydney, Brisbane, Prosperine) woensdagavond in Airlie Beach te arriveren. Daar ff slapen en hop de boot in. En gisteravond gelijk weer 3 uur reizen naar Mackay, waar hij vanochtend het vliegtuig naar Melbourne neemt. AlsJames terug is in Engeland kan je hem volgens mij door de mangel halen, en hem 3 dagen aan de waslijn laten drogen, wat een reis.James zatin de windmolens, en medegezien zijn gedragen opmerkingen, was hij voor mijmoderne Don Quichot. Ik noemde hem dan ook Don. Hij wasde week ervoor toevalligvoor zijn werk in Nederland geweest, in Hiervenvien.
De boot
De boot was zeker ok, alleen uiteraard heel krap. Op de brochure die ik had gekregen zag alles er uit als een kleine Titanic, helaas, daar was in werkelijkheid natuurlijk weer niets van waar. Wel was alles aan boord, inclusief een jacuzzi van 2 bij 1 bij 1.
De reis
We werden opgevangen door Ramflo, die op militaire toon de do's en dont's vertelde. Om vervolgens naar de boot te gaan, schoenen uit en een uur luisteren naar Cookie en Sjonnie. Daarna ging Ramflo de doucheproceudre uitleggen. Iedereen had 1 minuut per dag om te douchen, en dus 3 minuten voor de hele reis. Je mocht dus ook 1 dag niet douchen en dan 1 dag 2 minuten. En met zijn 2e tegelijk had je weer 2 minuten per dag, met zijn 3en 3 minuten...... Ramflo heeft een uur lang bijna alle mogelijkheden uitgelegd hoe we dus met 48 minuten douchen konden omgaan! Dat lijkt overdreven, maar gezien de samenstelling van de groep noodzakelijk. Na 3 uur varen, en luch gingen we om1uur met Sjonnie naar Whithaven Strand. Prachtig wit, met een azuurblauwe zee. Maar natuurlijk ook knalwarm, 30 graden en geen schaduw. Daar had Sjonnie geen boodschap aan, zij gooide haar handdoek neer, en ging 3 1/2 uur liggen braden (ze was immers onze kok). Om 5 uur mochten we eindelijk van het strand terug naarde boot.Na diner (wat Sjonnie heerlijk had opgewarmd in de magno) zagen we dolfijnen bij de boot, abosluut top. De volgende ochtend kayakken met Ramflo. Hij vetelde ons wat weallemaal gingen zien, roggen, haaien, schildpadden, het kon niet op. Wel raar dacht ik, want waar zie je die dan zomaar. Nou, we hebben roggen gezien, en dat was het. Uiteraard geen haai, en de schilpadden waren nog op zomervakantie op zoiets, dat was het. 's Middags en de volgende dag hebben we gedoken en gesnorkeld, dat is werkelijk fantastisch, alsof je in een groot aquarium zwemt. Je zwemtletterlijk in scholen met vissen, en het koraal is onwaarschijnlijk mooi.Jammer dat we om12 uur terug naar Airie Beach moesten. Dit hebben we zeilend gedaan, ook erg gaaf, hoewel niet iedereen aan boord datheeft meegemaakt (Romano lag in bed, de Tjechische metJaro en de Engelse was bezig haar potje tijgerbalsem leeg te snuiven). Uiteindelijk meerde Cookie veilig aan, en nodigde iedereen uit om 's avonds te gaan bieren in ' Beaches'. Nou, je kun voorstellen dat ik bedankte voor de eer, want om nog een avond opgezadeld te zitten met deze bonte verzameling avonturiers, dat trok ik niet. Dus naar mijn hotel, daar voor meerdan een maand 'summertimedouchetijd' heerlijk gedoucht, biertje gaan drinken en echt eten geproefd.
Over 6 uur vertrekt de bus naar mijn volgende bestemming, Hervey Bay, een reis van 13 uur. Ik kom daar 's ochtends op 7 uur aan, en heb dan 2 dagen voodat ik naar Sydney vertrek. Zodra ik weer wat te melden heb, kom ik weer in de lucht. Het gaat jullie goed, de groeten, ook namens Cookie, Ramflo, Sjonnie en de rest van mijn medeweirdo's.